tumps bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. spits

    Een ding dat van alle kaanten tumps toelop, eindigt in een punte (Wapserveen)

    Wat loopt die schoenen tumps toe (Havelte)

    Het leup tumps uut (Hoogeveen)

    an (Ruinen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...