Ook: ton, tonne (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), tunne (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)
ton
Doe mos die tonne rechtzetten, anders kantelt e die umme (Barger Oosterveld)
Op de tun met water hadden wij altied een nap drieven (Padhuis)
Aoltie is dik en rond en klein; net een tunnegie (Eext)
Ik ben zo dik as een tun, ik heb mien maag overladen (Odoorn)
Hij hef een boek as een tunne
Die vent zien kop is net zo hol as een tonne (Barger Compascuum)
Midden in de ton
wc-ton
Wai haren vrouger de tun aachter het hoes (Roden)
De tonne leeggooien op het mestgat (Elim)
tonvormig bierglas(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
*Kat in de tun
schenskebongels