tuun tunen, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: toene (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), tune (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. In samenstellingen lopen

    tuun-

    toen-

    Zie ook:
  2. tuin

    Ik wil je niet wèer in de tune hebben (Hijken)

    Hai mot eerst dai toene omhebben, eerder hef e gain tied (Valthermond)

    Hij hef mollen in de tuun

    Zie ook:
  3. afrastering (zwz), omheining, gewoonlijk van brem of rijshout

    Vroeger heette een afrastering om een tuuntie een tunegie (Ruinen)

    toen I

    Bron: A. Sassen Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...