twiehands bijvoeglijk naamwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. zo dun dat het met 2 handen vastgehouden moet worden, gezegd van plak brood etc.

    Wij kregen daor een twiehands stukkien koek (Oosterhesselen)

    ...en een dik stuk was einhands (Peize)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...