umtrent bijwoord, voorzetsel
  1. omtrent, bijna

    Het is umtrent half zeuven en het is al haost duuster (Eext)

    Mien achternicht wil neit leuven dat er in Drenthe omtrent gien törf meer is (Peize)

    Wij bint er umtrent

    Ik was umtrent veurover dukeld (Anderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...