umwenteling -s, de
  1. omwenteling

    De neie meniere van boerken hef een hiele umwenteling tewège bracht (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. draaiing, toer

    Hoeveul umwentelings mak dat wiel per minuut? (Kerkenveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...