underhaands I bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe
  1. onderhands

    Zie hebt dat hoes underhaands verkocht

    Een underhandse koopacte, daor kwam gien notaoris an te pas (Gasselte)

    Onderhaands wark anbesteden (Wapserveen)

    Een onderhaandse verkoping (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. onderarms

    Ik gooide onderhaands (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...