vörst II de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: vurst (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. rekking in ndvorst, het vriezen

    Het is weer dooi, de vorst is veurbij (Kerkenveld)

    Wat een heldere locht, der komp vast vorst (Padhuis)

    De paol zat vaast in de grond deur de vörst (Eext)

    De vorst zit in de locht

    in de grond

    Wij bint de bieten nog veur de vurst kwiet worden (Drouwen)

    's Winters moej eerst vörst van de paarsbult ofkappen

    *As de vorst humzulf opvret, dan komp er regen (Elim)

    Mist, vorst in de kist (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...