handvanger -s, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: handtie(s)... (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), vanger (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kinschèuter (Zuidwest-Drenthe Zuid), naoscheiter (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), vanger II

  1. persoon, die de turf opving, als de kuil te diep werd

    As de koele te diep weur, kun de graver de törf niet meer op de krooie zetten. Dan kwam der een han (Nieuw Dordrecht)

    Zie ook:
  2. de naam voor de opgegooide turf(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Handvanger was een vrouw of kwajong, dei de twei onderste klemmen opvung bie het graven van een spli (Barger Compascuum)

    kinschèuter

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...