velling -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: velg (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), velge (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. velg

    De Knaolster wagen met briede vellings (Padhuis)

    Hie red op de velling

    Ie hebt de baand op de velling staon

    De velling en de houp, de speiken en de toet, dat is het rad (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. afzonderlijk blok waaruit een (houten) velg is samengesteld(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Een waegenrad hef acht velgen (Diever)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...