veraanderlijk bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. veranderlijk

    Het is veranderlijk weer (Klazienaveen)

    Dei is zo veraanderliek as het weer (Roswinkel)

    *Der is niks veraanderlijker as vrouwlu en het weer (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...