verbalderd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: verbolderd (Zuidwest-Drenthe Zuid), verbaldereerd (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. in de war, verbouwereerd

    Hij was glad verbiesterd en verbalderd (Barger Oosterveld)

    Hij stund verbalderd te kieken (Hoogeveen)

    Verbalderd is ain, die opjaogd is (Eexterveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...