verbaldern overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. verknoeien, kapot maken

    Zie hebt dat land hielmaol verbalderd (Sleen)

    Zie is vrouger verbalderd in hoes (Gasselte)

    Zie hebt het hiele gres verbalderd

    Hij verbaldert dat pèerd hielmaol (Mantinge)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...