verbaol -en, het

Ook: verbaal

  1. proces-verbaal

    Wij hebt een verbaol kregen; wij hadden de boom verkeerd snuid (Sleen)

    Hai het ain verbaol an de kont had (Valthermond)

    In het verbaol stun dat e strikken zet har (Eext)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...