verbetern overgankelijk, werkwoord, zwak

Spellingvarianten als bij: beter

  1. verbeteren

    De meister verbèterde de fouten (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. (wederk.) een betere baan (kunnen) krijgen

    Hie is weggaon, hie kun zuk verbetern (Sleen)

    Zie ook:
  3. beteren(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Hij hef zien leven verbeterd (Schoonlo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...