verdekt bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. verdekt

    Hie stelde zuk verdekt op (Zwinderen)

    Zie ook:
  2. blind, onzichtbaar

    Verdekt spiekern is zo ver slaon, dat de kop in het holt zit (Schoonebeek)

    Schroten moej verdekt spiekern (Klazienaveen)

    verkapt

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...