verdouweln overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe

Ook: verdauweln

  1. door onachtzaamheid verliezen

    Hij hef de portemenee verdauweld (Erica)

    Zie ook:
  2. verknoeien(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe)

    Hij verdauwelt de tied (Zweelo)

    Nou moej je tied niet verdouweln (Hijken)

    Hij verdouwelt zien tied mit onnutte dingen (Nieuw Schoonebeek)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...