verdraaien
Det is niet de zuvere waorheid, hij verdreeit de boel (Broekhuizen)
Met gymnastiek kunj makkelijk een arm of bien verdrèeien (Borger)
Ik kan mai nait verdraaien
vertikken(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)
IJ kunt hum vertellen, waj wilt, mor hij verdrèeit het um het te doen (Sleen)