verfomfaaien, verkreukelen
IJ moet dat goed beter ophangen, aans verfossel ij het zo (Sleen)
Hie hef zien goed zo verfosseld, het is net of een hond het in 't gat had hef (Sleen)
Je buusdoouk verfossel ij meestal (Gasselte)
Hij har de boezeroen mooi verfosseld in het karbies (Westerbork)
verfrosseln