verfronseln overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: verfroezeln, ...froonseln (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), ..froezeln (Zuidoost-Drenthe), verfroonseln

  1. verfrommelen, verkreuken

    Ze hadden het zo slonterig inpakt, het was helemaol verfroonseld (Beilen)

    Die jasse is hielemaole verfroonseld (Geesbrug)

    Het striekgoud was verfronseld (Barger Compascuum)

    Heb jij dat briefien verfronseld? (Erica)

    verfosseln, verfrommeln

    Zie ook:
  2. verkwanselen(Kop van Drenthe)

    Hij het alles verfronseld (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...