vergieten overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. vergieten

    Wie hebt heil wat zweit vergoten (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. weggieten

    Most nog wel wat overhaolden, most nait alles vergaiten (Emmer Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...