verhogen overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: verheugen II, verheugen (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. verhogen

    De brandverzekering is dit jaor veur het eerst verhoogd (Padhuis)

    Hij gung het bod verhogen (Roderwolde)

    Alle priezen hebt ze verhoogd (Barger Oosterveld)

    Wai hebt de zolder een mooi stokkie verheugd (Diever)

    Ik had het huus geern wat willen verheugen, mar dat much niet (Fluitenberg)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...