verkarren overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. met een kar vervoeren

    Met de ontginning van de heide mussen ze hiel wat grond verkarren (Sleen)

    De boeren bint met 'nkander an 't geel zaand verkarren veur Jaan zien nei hoes (Eext)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...