verlappen overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe
  1. vertikken, niet willen

    Hij verlapt het gewoon um te leren (Klazienaveen)

    Het pèerd wil niet trekken, hie verlapt het (Sleen)

    Hij verlapt het umme te betalen (Elim)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...