verloop
Nao verloop van tied gungen bij hum de ruge kaanten der wat of (Ruinerwold)
Het recht mut zien verloop hebben
Het verloop under het personiel is groot (Dalen)
geleidelijke versmalling
Der zit verloop an die lappe stof
Bij geblokte stof hej nogal wat verloop (Gasselte)
Det slootie muj een beetie mit verloop maken (Ruinen)