vermindern overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. minder maken

    Wij moet oeze viestapel vermindern

    Zie ook:
  2. minder worden

    Ik wil van wark veraandern, mor ik wil mij niet vermindern (Gasselte)

    Het antal boeren vermindert aordig (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...