verneuken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. bedriegen, foppen

    Hij zee dat ik hom met een kou verneukt har (Peize)

    Ik ge

    leuve, det ze oes verneukt

    Hie kan je verneuken, waor aj zölf bijbint (Eext)

    vernaggeln

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...