vernielen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: vernailen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), verneilen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), vernelen (Zuidwest-Drenthe Noord), verneeilen (Midden-Drenthe), vernuilen (Veenkoloniën)

  1. vernielen

    De inbreker hef meer verneild as dat hij mitnomen hef (Barger Compascuum)

    Wie hef die jonge plaanten vernield? (Ruinerwold)

    Most wel even ingriepen, ze vernailen de haile boudel (Valthermond)

    Verneilen is nog minder as verroppen (Eelde)

    Dei windhoze het de huile schure vernuild (Emmer Compascuum)

    Zie ook:
  2. Ik was zo kwaod op die vent, ik kun hum wal verneilen (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...