vernimmen overgankelijk, sterk, werkwoord

Ook: vernemen

  1. gewaar worden, merken

    Ik heb mij in de vinger sneden en daor he'k niks van verneumen (Klazienaveen)

    Wij vernimt er gien bollen van

    Zo gauw as e vernemp dat er onrecht is, komp e der tusken (Eext)

    Het begunt te regen

    Ja, dat verneem ik ook (Smilde)

    Ik heb een haze vernummen

    Zie ook:
  2. horen

    Dat zulle wij morgen wel vernemen, wat veur wèer het wordt (Dwingelo)

    Ik verneem nooit meer wat van hum

    IJ zult het wal vernimmen, as het zowied is (Oosterhesselen)

    Zie ook:
  3. informeren(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Wij zult er ies naor vernimmen (Hollandscheveld)

    Ik zal wel even vernemen of het zo is (Peize)

    *Wel het het eerste vernemp, hef het zelf in het hemp

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...