verongelukken onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. verongelukken

    Der verongelukt nog wel ies een postdoeve (Wapse)

    Hij is met de motor verongelukt (Emmer Erfscheidenveen)

    De taart is mij verongelukt

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...