pratend (de tijd) doorbrengen en niet van weggaan weten(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Nou, die kan zien tied ook verpleistern, hij wet niet van weggaon (Ruinen)
verplakken
pleistern
bij het opknappen besteden
Hij hef in dat
huus al aordig wat verpleisterd (Noordscheschut)