verrèuren overgankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: verreuren, verruren (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. verroeren

    De baord zat zo stief, hij kun de kop haost niet verrèuren (Sleen)

    Zij verreurde gien vinne

    Doou die grote hond zo stoef veur hum stun, dus e zuk niet verreuren (Eext)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...