verreisd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: ofreisd, of... (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. var. als bij

    reis

    Wij waden hielemaole verreisd, toen wij in huus waden (Dwingelo)

    Hai kan wel verraisd wezen, hai slept ja as een kou (Valthermond)

    Ik bin hen Zuudlaorder mark west; ik bin glad ofreisd

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...