verrien onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. (wederk.) verkeerd rijden

    Zit ik zo in de goeie richting of heb ik mij hielemaol verreden? (Nieuw Amsterdam)

    Met die fietstocht hebt wij oos helemaole verrreden (Beilen)

    Op die krusing kuj je makkelk verrieden (Gasselte)

    Zie ook:
  2. verrijden, rijdend verplaatsen

    Verrie die karre even een endtien (Barger Oosterveld)

    Zaand verrieden (Peize)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...