verscheiden I bijvoeglijk naamwoord, telwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: versch(a)aiden (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. verschillende, vele

    In de leste oorlogsjaoren bint er verscheiden mèensen verhongerd (Broekhuizen)

    Der bint verschaiden mensken op lös kommen (Roden)

    Verschaiden verstaot os nich

    Verscheiden kent dat nog (Grolloo)

    Dat is ook al verscheiden jaor elene (Ruinen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...