verschokke'ren overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidwest-Drenthe

Ook: verschokkern, verschokkereren

  1. van zijn plaats gaan, verplaatsen

    As de klokke wat verschokkert, wil e niet meer lopen (Ruinen)

    Mitiene verschokkeerde zij dat pak een beetien onder de narm

    A'k mij maar een beetien verschokkerere, döt mij het al weer zeer

    Zie ook:
  2. verandering aanbrengen(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Wij moot dat ies even verschokkereren

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...