verstoken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. verstoken

    As het kaold is, verstaok ie heel wat (Hollandscheveld)

    Wij hebt veule holt verstookt (Nijeveen)

    Zie ook:
  2. vuur verplaatsen

    As het boekweitveld vrogger ofbraand weur, mussen ze het vuur geregeld verstoken (Weerdinge)

    verstikken

    versteken

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...