vertoffeld bijvoeglijk naamwoord
  1. smerig(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat een vertoffeld vrouwgien! (Nijeveen)

    Zie ook:
  2. verbluft, zeer verbaasd(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Ik was er vertoffeld van (Zuidlaren)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...