verwarpen overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. verwerpen

    Wij hadden ien stem te weinig en non is het veurstel verwurpen (Sleen)

    Ik wil het niet zunder meer verwerpen (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. verloten, bij het lot uitdelen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...