verweerd bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

Spellingvarianten als bij: weer I

  1. verweerd, door het weer aangetast

    Hie hef een streng, verweerd gezicht (Dalen)

    En verwèerd en rimpelig gezichte (Elim)

    Het spiegeltien van het nachtlochie is verwèerd (Pesse)

    Het heui is totaal verweerd (Kerkenveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...