veurèende het
  1. het zich vooraan bevindend gedeelte

    Het veurèende van een koe is goedkoper as het achterèende (Zwinderen)

    Wij hebt eerappels as een veurende van een klompe (Koekange)

    Het veurèende van dat stuk is brieder as het achterèende (Dalen)

    Zij woont in het veureinde

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...