veurnamelijk bijwoord

Ook: vernamelijk, Spellingvarianten als bij: naam

  1. voornamelijk, met name

    Het is veurnaomelijk eigen volk (Grolloo)

    Het bint veurnamelijk jonge meinsen, die hen daansen gaot (Hijken)

    Het is veurnamelijk slecht weer (Nieuw Schoonebeek)

    Zie proot ve(u)rnamelijk over de aolde tied (Borger)

    Zie mut er almaol oet, vernamelijk die (Sleen)

    Het is veurnamelijk mien wark (Zweelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...