vink -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: vinke (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. vink, Fringilla coelebs

    Der zaten almaol vinken en muschen (Exlo)

    Vroeger as kinder vungen wij vinken (Schoonebeek)

    Hij is zo blind as een vink (Drouwen)

    zo scheel as een vink (Fluitenberg)

    Hie kan anslaon as een blinde vink

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...