vinnig
Ze kan antmit zo vinnig veur de dag komen (Koekange)
Hij gaf een vinnig antwoord (Emmer Erfscheidenveen)
Wat is dat een vinnig ding
Een vinnig persoon is ien, die van opschieten holdt (Emmen)
driftig, met kleine pasjes(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Muj hum ies vinnig zien lopen (Kerkenveld)
Hij stapt er vinnig over (Roderwolde)
Wat naait dai der nog vinnig over (Valthermond)
gesteld op, verlekkerd op, fel op
Hie is nogal vinnig op de centen, ...op dat wicht, ...op slaot (Sleen)
op snert (Wapserveen)
Jopkie is vinnig op koopies (Eext)
Het is mar een siep, mar vinnig op mollen (Elim)
erg(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Het is vinnig kaold (Sleen)
De tandarts dee mij vinnig zeer (Ruinerwold)
van dieren met een bep. ziekte (wp, zwn, zoz), zoals: met puisten en zweren bezet (wp, wm) 'Vinnig v
Det vaarken is of ekeurd, umdet e zo vinnig was (Diever)
Die koe is vinnig