vlecht -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: vlechte (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. vlecht

    Ie hebben een nekhaor, ie kunnen der wel vlechies inleggen (Meppel)

    Dat wicht had de vlecht tot op het gat hangen (Sleen)

    Zie ook:
  2. gevlochten strozooltje in een klomp

    Bie een vlechte in de klompe weur de hakke vlecht (Klazienaveen)

    strovlecht

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...