grote hoeveelheid(Zuidwest-Drenthe)
Wij moet nog een hele vleet holt hakken (Wapse)
Der lig nog een hele vleet onder de boom
in
bij de vleet
Wij hebt appels bij de vleet (Borger)
Der zaten brummels bij de vleet (Zwiggelte)
Hij hef geld bij de vleet (Westerbork)
centen bij de vleet (Gieten)