vleizem bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidwest-Drenthe

Ook: vliezem

  1. gemakkelijk

    Ie kunt vleizem wat kwietraken (Havelte)

    Dat goed kneutert nog al vleizem (Koekange)

    Ie kunt het ja vleizem proberen (Zuidwolde)

    Kuj der vleizem ankommen? (Fluitenberg)

    Zie ook:
  2. handig, behulpzaam,

    Oenze buurman is een vleizeme kerel, die wil iederiene wel helpen (Havelte)

    Zie ook:
  3. kwiek, vlot

    Hij is overal vleizem in en hij kan ok vleizem warken (Pesse)

    Het wark giet hum vleizem van de haand (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...