Ook: vliezem
gemakkelijk
Ie kunt vleizem wat kwietraken (Havelte)
Dat goed kneutert nog al vleizem (Koekange)
Ie kunt het ja vleizem proberen (Zuidwolde)
Kuj der vleizem ankommen? (Fluitenberg)
handig, behulpzaam,
Oenze buurman is een vleizeme kerel, die wil iederiene wel helpen (Havelte)
kwiek, vlot
Hij is overal vleizem in en hij kan ok vleizem warken (Pesse)
Het wark giet hum vleizem van de haand (Ruinerwold)