vlek -ken, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: vlekke (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. vlek

    Ik heb een vlek in de boks (Grolloo)

    Hij zit under de vlekken (Gasselte)

    Die vlekke krieg ik der niet weer uut (Erica)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...