vlocht -en, de, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: vlucht, vlochte, vluchte (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. grote groep

    Moej is kieken, wat een vlucht gaanzen

    ...een tjoggel spraoden (Gasselte)

    Zie ook:
  2. vlucht, het vliegen

    Een zwarm veugels in de vlocht (Hollandscheveld)

    De bijen hebt daor de vlocht langes

    Hie scheut de vogels in de vlucht (Beilen)

    Hij greep hum in de vlocht (Hollandscheveld)

    Zie ook:
  3. Ik heb in de vlucht nog even wat metnomen

    Zie ook:
  4. onderdeel van een spinnewiel

    Op een spinnewiel zit een vluchte en op de bienen van de vluchte zit haokies veur het verhaoken (Havelte)

    de spoel

    de vlucht

    Zie ook:
  5. spanwijdte

    Die koe hef een grote vlocht

    De luibert hef een grote vlucht (Gieten)

    Zie ook:
  6. lengte van een molenroede

    De vlucht van de meulenrou (Roderwolde)

    Zie ook:
  7. (zoz, kvd), in

    Daor komp niks van te vlucht

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...