vlottern onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. vlotteren

    Vroeger bij het antrappen van de motor meuj eerst even vlottern (Buinen)

    Zie ook:
  2. vlotten(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het vlotterde niet meer in zien wark (Coevorden)

    vlotten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...